Rode bloedcellen
Bij een experiment bevinden zich rode bloedcellen van een zoogdier in een bepaalde
zoutoplossing. Deze zoutoplossing heeft hetzelfde aantal opgeloste deeltjes per
volume-eenheid als het cytoplasma van de rode bloedcellen. De celmembranen van de
rode bloedcellen zijn volledig doorlatend voor gasmoleculen en voor water- en
ureummoleculen.
De zoutoplossing met rode bloedcellen wordt in gelijke hoeveelheden verdeeld over drie
buizen 1, 2 en 3. Aan elk van deze buizen worden vervolgens gelijke hoeveelheden van
andere oplossingen toegevoegd:
In welke buis of in welke buizen zullen de rode bloedcellen opzwellen en/ of barsten ?