Background image

terug

Vraag 15

Engels raaigras
In een experiment werd een grassoort (Engels raaigras) gekweekt in een groot aantal potten. Elke pot bevatte evenveel planten en de kweekomstandigheden waren gelijk. De potten werden verdeeld in twee groepen P en Q. De planten in de potten van groep P werden om de dertig dagen kort geknipt. De planten van groep Q bleven onbehandeld. Gedurende het experiment werd op bepaalde tijdstippen het drooggewicht bepaald van de bovengrondse delen en van de wortels van de planten uit één pot van groep P en uitéén pot van groep Q. Het drooggewicht is het gewicht nadat het water uit de plantedelen is verwijderd. De resultaten van deze bepalingen zijn weergegeven in diagrammen (de afbeelding).



Op grond van deze diagrammen worden drie beweringen gedaan.
1 De hoe veelheid droge stof in de wortels wordt door het knippen vergroot.
2 De totale hoeveelheid droge stof die gedurende de gehele proef in de bovengrondse
delen wordt gevormd, wordt door het knippen vergroot.
3 De groei van het wortelstelsel wordt door het knippen geremd.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?