Een nier
In de afbeelding is schematisch een niereenheid van de mens getekend. De concentratie van grote eiwitmoleculen in het bloedplasma op de plaatsen 1, 2, 3 en 4 wordt met elkaar vergeleken.
Op welke van de aangegeven plaatsen is de concentratie van deze eiwitmoleculen in het bloedplasma het hoogst?