Background image

terug

Vraag 10

Aandoeningen van het zenuwstelsel
Vier patiënten met elk een verschillende aandoening van het zenuwstelsel vertonen de volgende ziektebeelden.
Patiënt 1 kan niet snel achter elkaar zijn handpalmen afwisselend naar boven en naar beneden draaien.
Patiënt 2 heeft een hogere hartslagfrequentie dan normaal.
Patiënt 3 kan geen beelden herkennen, terwijl er wel impulsen in de netvliezen van zijn ogen ontstaan.
Bij patiënt 4 kan wel de kniepeesreflex van zijn rechterbeen worden opgewekt, maar zijn rechtervoet is gevoelloos.

Bij welke patiënt is de aandoening waarschijnlijk gelocaliseerd in de kleine hersenen?