Background image

terug

Vraag 21

Antistoffen
In een experiment worden muizen geïnfecteerd met de bacteriesoort X. Uit deze muizen worden vervolgens de antistoffen geïsoleerd die gevormd zijn tegen antigenen van bacterie X. Aan de geïsoleerde antistoffen wordt een stof gekoppeld die in ultraviolet licht groen oplicht. Deze stof heeft geen invloed op de antistof-antigeen reactie, maar bij deze reactie ontstaat wel een groen-oplichtend neerslag.
Vervolgens wordt van drie onbekende muizen P, Q en R bloed afgenomen waaruit bloedserum wordt gewonnen. Aan een bepaalde hoeveelheid bloedserum van elk van deze muizen wordt evenveel van hetzelfde mengsel van verschillende antistoffen toegevoegd. In dit mengsel bevinden zich ook de antistoffen tegen bacteriesoort X waaraan de groen-oplichtende stof is gekoppeld. Na verloop van tijd wordt het volgende resultaat verkregen:
- bloedserum van muis P + mengsel: groen-oplichtend neerslag
- bloedserum van muis Q + mengsel: geen neerslag
- bloedserum van muis R + mengsel: neerslag dat niet groen op licht
Uit deze resultaten worden de volgende conclusies getrokken:
1 in het bloedserum van muis P bevinden zich alleen antigenen van bacteriesoort X,
2 in het bloedserum van muis Q bevinden zich geen antigenen van bacteriën,
3 in het bloedserum van muis R bevinden zich andere antigenen dan die van bacteriesoort X.

Welke van deze conclusies is of welke zijn zeker juist?