Background image

terug

Vraag 2

Van een aantal staafjes uit een verse aardappel wordt de lengte bepaald (de beginlengte).
Hierna worden de staafjes over zoutoplossingen van verschillende concentraties verdeeld. Na 24 uur in een oplossing gelegen te hebben, wordt elk staafje weer gemeten (de eindlengte).
Deze eindlengte van elk staafje wordt uitgedrukt als percentage van zijn beginlengte.
Het diagram geeft het verband weer tussen de eindlengtes en de concentraties van de zoutoplossingen waarin de staafjes hebben gelegen.

Bij welke van de concentraties P, Q en R is aan het eind van de proef de concentratie van opgeloste deeltjes in de aardappelcellen gelijk aan de concentratie van de zoutoplossing?