Background image

terug

Vraag 21

Over het aan- en uitzetten van de vijf genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn bij de productie van tryptofaan in E. coli, worden de volgende beweringen gedaan:

  1. De repressor wordt in een inactieve vorm geproduceerd en blijft inactief in afwezigheid van tryptofaan;
  2. De actieve vorm van de repressor bindt zich aan de operator waardoor het operon inactief wordt;
  3. Als de operator in de ’uit-stand’ staat, is er geen mRNA-productie van het operon.
Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Aan en uitzetten van genen