terug
Vraag 13
Het hoge percentage melkdrinkers in een bepaalde bevolkingsgroep kan worden verklaard
met een evolutietheorie.
Volgens de evolutietheorie die Darwin in de tweede helft van de negentiende eeuw
formuleerde, ontstaan verschillen door erfelijke variatie en natuurlijke selectie.
In willekeurige volgorde worden vijf beweringen gegeven.
- Door het voorbeeld van melkdrinkers te volgen, ontwikkelen alle volwassenen in de groep
het vermogen lactose te verteren.
- Door melk te drinken, ontwikkelt een volwassene gedurende zijn leven het vermogen om
lactose te verteren.
- Kinderen van mensen met het vermogen om als volwassene lactose te verteren, hebben
een grote kans om als volwassene ook lactose te kunnen verteren.
- Kinderen waarbij het lactasegen niet wordt uitgeschakeld, hebben een grotere
overlevingskans dan kinderen waarbij dat wel gebeurt.
- Volwassenen die lactose kunnen verteren, bezitten een mutantgen dat zorgt dat het
lactasegen niet uitgeschakeld wordt.
Geef aan welke van deze beweringen aansluiten bij de huidige (neo-darwinistische)
evolutietheorie. Schrijf alleen de nummers op.