Background image

terug

Vraag 34

Boezemfibrilleren is de meest voorkomende ritmestoornis van het hart bij mensen ouder dan 50 jaar.
Dit fibrilleren wordt gekenmerkt door een ongecoördineerd, voortdurend impulsverloop in de wanden van de boezems met een frequentie van 350 tot 500 impulsen per minuut. Hierbij ontstaat géén gecoördineerde samentrekking van de boezems. Het ritme van de kamersamentrekkingen wordt bewerkstelligd door impulsen die min of meer toevallig in de AV–knoop ontstaan. Meestal stijgt de frequentie van de kamersamentrekkingen en is de polsslag onregelmatig.

Bij een patiënt met de verschijnselen van boezemfibrilleren is de polsslag nauwelijks voelbaar.
Geef hiervoor een verklaring.