terug
Vraag 23
In 2001 peilde de commissie-Terlouw de mening van het publiek over het toepassen van genetische modificatie bij onze voedselproductie. Uit een artikel hierover is een alinea overgenomen (bijlage "Genetisch aangepast voedsel").
Over de schade die door een genetisch gemodificeerd gewas kan worden veroorzaakt, zijn de meningen verdeeld. In de discussie daarover worden onder andere de volgende argumenten gebruikt:
- in landbouwgebieden bestaat geen natuurlijk evenwicht;
- in monocultures komen meestal geen zeldzame insectensoorten voor;
- bij het uitzetten van gm-planten in de natuur komen de vreemde genen ook in het DNA van andere soorten terecht;
- gm-planten kunnen worden gekweekt met gebruik van minder bestrijdingsmiddelen;
- in gm-planten ingebouwde resistentiegenen maken het gebruik van meer bestrijdingsmiddelen nodig;
- giftige stoffen uit gm-planten doden onschadelijke insecten;
- giftige stoffen uit gm-planten komen in de bodem terecht.
Welk van deze argumenten kan of welke kunnen door voorstanders als argument voor het kweken van gm-planten worden gebruikt?
