IJzer kan in het lichaam van de mens in twee vormen voorkomen: het tweewaardige ijzer (Fe2+) en het driewaardige ijzer (Fe3+). Tussen beide vormen bestaat het volgende evenwicht:
Fe2+ ↔ Fe3+ + e
Het ijzer in de voeding bevindt zich vrijwel volledig in de Fe3+-vorm. Door voedingsstoffen als vitamine C kan Fe3+ worden gereduceerd tot Fe2+. Fe2+ kan door de cellen van de dunne darm worden opgenomen. Het schema in bijlage "Relatie tweewaardige en driewaardige ijzer" geeft informatie over de relatie tussen Fe2+ en Fe3+.
In bijlage "Lichaamsvloeistoffen" zijn gegevens opgenomen over de lichaamsvloeistoffen.
Na opname door de darmcellen wordt ijzer in het bloedplasma gebonden aan een eiwit, transferrine, en getransporteerd als een Fe2+-transferrine-complex dat goed oplosbaar is.
Leg uit, met gebruikmaking van de gegevens in bijlage "Relatie tweewaardige en driewaardige ijzer" en bijlage "Lichaamsvloeistoffen", dat transport van ijzer in het bloedplasma uitsluitend plaats kan vinden als Fe2+ in gebonden vorm.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Lichaamsvloeistoffen