Background image

terug

Vraag 5

Persoon Q kan alleen voorwerpen op een afstand van ongeveer 8 meter scherp zien.
Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn, kan hij niet scherp zien.
Q krijgt vanwege zijn beroep een bril met speciale glazen. Deze zijn zo geslepen dat de bovenste helften van de glazen de werking hebben van bolle lenzen en de onderste helften die van holle lenzen.
Persoon Q heeft zijn bril op. Hij verplaatst zijn blik van een voorwerp dat zich op 1 meter afstand bevindt en dat hij scherp ziet, naar een voorwerp op 20 meter afstand. Beide voorwerpen bevinden zich op dezelfde hoogte.

Welke beweging moet hij maken zodat hij het voorwerp op 20 meter afstand scherp kan zien?