Uit neurologisch onderzoek is gebleken dat in de hersenen chemische processen plaatsvinden die worden beïnvloed door stoffen die bijvoorbeeld in voedsel kunnen zitten.
Een leerling verdedigt de volgende mening:
"Het is onwaarschijnlijk dat door het toegevoegde DNA in gm-voedsel chemische processen in de hersenen beïnvloed worden."
Geef twee argumenten die de leerling kan gebruiken ter verdediging van deze mening.