De personen van generatie IV worden met elkaar vergeleken. Al deze
personen hebben een partner zonder cataract.
Stel dat leerling 2 gelijk heeft.
Is de kans dat de nakomelingen van persoon IV-1 cataract hebben
kleiner dan, gelijk aan of groter dan de kans op cataract voor
nakomelingen van een willekeurige persoon buiten de familie waarvan
de stamboom in de bijlage "Erfelijke oogaandoening" is afgebeeld?
Leg je antwoord uit.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Doorsnee van het oog