Bij een experiment wordt deze receptor achtereenvolgens geprikkeld
met prikkels van verschillende prikkelsterkte (uitgedrukt in
%):
situatie 1: een prikkel van 10% gevolgd door een prikkel
van 20%,
situatie 2: een prikkel van 30% gevolgd door een prikkel
van 40%,
situatie 3: een prikkel van 50% gevolgd door een prikkel
van 60%,
situatie 4: een prikkel van 70% gevolgd door een prikkel
van 80%.
Het verschil in impulsfrequentie wordt in deze situaties
bepaald.
In welke van deze situaties neemt de impulsfrequentie het meest
toe?
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Belangrijkste hormoonklieren