Het al of niet gestreept zijn van de vacht wordt bepaald door de
allelen A (streping) en a (geen streping). De soort streping van de
vacht wordt bepaald door de allelen T voor regelmatige streping en
t voor onregelmatige streping. De allelen A en T zijn dominant,
niet X-chromosomaal en erven onafhankelijk van elkaar over.
Onderzoek bij zwerfkatten in een voorstad van Londen heeft
aangetoond dat de frequentie van allel a in deze grote populatie
katten 40% is. De frequentie van het allel t is 80%.
Bereken, met behulp van de regel van Hardy-Weinberg, het percentage
onregelmatig gestreepte katten dat in deze voorstad voorkomt. Rond
je uitkomst af op een geheel getal.