In onderstaande afbeelding is bij dezelfde vergroting de dwarsdoorsnede van de slagader op plaats R in diagram 1 op twee opeenvolgende tijdstippen schematisch weergegeven. Eén van de doorsneden komt overeen met de situatie waarin druk P van diagram 2 (bijlage "Drukverval grote bloedsomloop") heerst.
Welke van de twee doorsneden is gemaakt op het tijdstip dat bloeddruk P heerst?
Verklaar je antwoord.