In een bepaalde populatie komen bij 84% van de individuen met de bloedgroepantigenen A en/of B deze antigenen ook voor in het speeksel. Men noemt deze mensen 'secretors'.
Bij 16% van de individuen met de bloedgroepantigenen A en/of B komen die antigenen niet in het speeksel voor. Men noemt deze mensen 'non-secretors'. Het secretorgen (E) is dominant over het non-secretorgen (e). E en e zijn niet X-chromosomaal en erven onafhankelijk van de AB0-bloedgroepgenen over.
Op deze populatie is de Hardy-Weinberg regel van toepassing.
De verdeling van de bloedgroepen in deze populatie is gegeven in onderstaande tabel. Tevens is vermeld door welk genotype de bloedgroep bepaald wordt.
bloedgroep | % | genotype |
A | 37,8 | IAIA, IAi |
B | 14,0 | IBIB, IBi |
AB | 4,5 | IAIB |
0 | 43,7 | ii |