In Nederland heeft menselijk handelen invloed op de stikstofkringloop. Verlaging van de grondwaterstand in een bepaald gebied leidt tot meer doorluchting en een snellere opwarming van de bodem. Verlaging van de grondwaterstand heeft daardoor effect op bepaalde processen die in de afbeelding uit bijlage "Stikstofkringloop" zijn aangegeven.
Welke van de processen die zijn aangegeven met de pijlen 8, 9, 10 en 11, wordt of welke worden door de verlaging van de grondwaterstand bevorderd?