Background image

terug

Vraag 13

Dieren die in symbiose leven met planten zijn al lang bekend. De groene zeeslak Elysia chlorotica (onderstaande afbeelding) gaat nog een stapje verder en gebruikt alleen de chloroplasten van de alg Vaucheria litorea.

Nadat jonge slakjes van deze algen hebben gegeten, worden de chloroplasten opgenomen door cellen van hun darmkanaal. De slakken hoeven de rest van hun leven niet meer te eten, omdat de chloroplasten in ieder geval zes maanden blijven functioneren. Eenmaal in de slak delen de chloroplasten niet meer. Ze worden ook niet via de eitjes doorgegeven aan de nakomelingen van de slak.
Doordat de slak een gen (PsbO) van de alg bezit, blijven de chloroplasten lange tijd werkzaam. In de loop van de evolutie heeft de slak dit gen op nog onbekende wijze overgenomen van de alg. Deze ‘horizontale genoverdracht’ stelt de slak misschien wel in staat verder te evolueren tot een volledig autotroof dier.

Bij een relatie zoals die tussen de alg V. litorea en de slak E. chlorotica spreekt men van kleptoplastie (klepto is Grieks voor stelen, plastie staat voor plastiden) en niet van symbiose.

Door welk transportmechanisme zijn de chloroplasten vanuit het darmlumen in de darmwandcellen van de slak terechtgekomen?