Background image

terug

Vraag 2

De sociaalpsychologen Foroni (Universiteit Utrecht) en Semin (Vrije Universiteit Amsterdam) lieten proefpersonen werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden lezen, die aan een positieve emotie (‘lachen’ of ‘blij’) of een negatieve emotie (‘huilen’ of ‘verdrietig’) gerelateerd zijn. Tegelijkertijd maten ze de veranderingen in de elektrische activiteit van de grote jukbeenspieren. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in onderstaande afbeelding. Op tijdstip 0 kregen de proefpersonen een woord te zien.
afbeelding

Uit het onderzoek blijkt dat na het lezen van positieve werkwoorden en positieve bijvoeglijke naamwoorden de activiteit van de grote jukbeenspier groter wordt.

Geef nog een conclusie die je op basis van het onderzoek ten aanzien van de positieve woorden kunt trekken.