terug
Vraag 22
In enkele gevallen is er bij de ziekte van Leigh sprake van mutant-tRNA-genen.
Over de gevolgen van een mutatie in tRNA worden twee beweringen gedaan:
- Het anticodon van mutant-tRNA kan veranderd zijn, zodat een verkeerd aminozuur aan een aminozuurketen wordt gekoppeld;
- Het mutant-tRNA past door de veranderde ruimtelijke vorm niet meer in het ribosoom.
Welke bewering kan of welke beweringen kunnen juist zijn?