Veel onderzoek is gericht op het benutten van (afval)hout en andere
celluloserijke biomassa voor de productie van ethanol. De omzetting van
cellulose is veel moeilijker dan de omzetting van zetmeel. Bij de afbraak van
cellulose ontstaat het disacharide cellobiose dat vervolgens tot glucose wordt
afgebroken.
Een belangrijke verbetering in het productieproces van ethanol uit cellulose
werd gerealiseerd door de omzetting van cellulose, cellobiose en glucose
gelijktijdig in hetzelfde vat te laten plaatsvinden. Deze gecombineerde
procesgang wordt SSF (simultaneous saccharification and fermentation)
genoemd. Als de deelprocessen in verschillende vaten gescheiden plaatsvinden,
treedt productinhibitie op die bij SSF minder groot is.
Hieronder zijn de genoemde omzettingen schematisch weergegeven. De
werkzame enzymen zijn met de letters P, Q en R aangeduid.
- Geef een voorbeeld van productinhibitie die in een van de in de afbeelding
aangegeven deelprocessen tot remming zal leiden, maar die bij SSF minder
optreedt.
- Leg uit waardoor deze productinhibitie bij SSF minder optreedt.