Van het prisma OAB.CDE is gegeven:
OA = 8, OB = 6 en OC = 8,
∠AOB = ∠AOC = ∠BOC = 90°.
Verder is gegeven:
het punt P ligt zo op het verlengde
van lijnstuk OC dat CP = 4,
het punt Q is het midden van
lijnstuk CE en
het punt R is het midden van
lijnstuk DE.
In het figuur en op de bijlage is dit
prisma getekend zo dat vlak OBC
evenwijdig is aan het projectievlak.
Bereken de hoek van vlak ODC en vlak ODE in graden nauwkeurig.