Background image

terug

Vraag 11

De lijn door (0, 1) en (P, 0), met p ∈ ⟨0, 3/4 π⟩, verdeelt V in twee vlakdelen V1 en V2; V1 bevat het punt (0, 1/2).
De oppervlakten van V1 en V2 verhouden zich als 2 : 3.
Bereken p.