In onderstaand figuur is een drielandenpunt D getekend. Er geldt dus: DK = DL = DC.
In onderstaand figuur zijn de raaklijnen aan twee aanliggende stukjes grenslijn in D
getekend. De grootte van de hoek tussen de twee raaklijnen noemen we β. De
grootte van de hoek die de rechte kustlijnen met elkaar maken in G noemen we
α.
Toon aan dat β = 90° - ½α.