Gegeven zijn de punten O, A en B met coördinaten O(0, 0) , A(42, 0) en
B(21, 21
). Driehoek OAB is gelijkzijdig.
Op zijde AB ligt punt C zo, dat AC =
⋅ AB en op zijde BO ligt punt D zo,
dat BD =
⋅ BO. Punt E is het snijpunt van de lijnstukken OC en AD. Zie
figuur 1.
figuur 1
Punt E heeft coördinaten E(12, 6
).
Laat met exacte berekeningen zien dat de x-coördinaat van E inderdaad gelijk is aan 12.