In vroeger tijden probeerde men met een katapult kogels over
vestingmuren te slingeren. In deze opgave bekijken we een katapult met
een draaibare hefboom. Het linker deel van de hefboom is 4 meter lang.
Op het einde daarvan ligt een kogel met middelpunt P. Aan het einde van
het rechter deel van de hefboom zit een contragewicht Q. In het begin
wordt de hefboom horizontaal gehouden door een touw tussen de
hefboom en de grond. De hoogte van de hefboom is dan 2 meter.
In figuur 1 is deze beginstand getekend in een assenstelsel met
oorsprong O op de grond. Punt P heeft dan coördinaten (−4,2).
Nadat het touw wordt doorgesneden, gaat de hefboom draaien in de
richting van de wijzers van de klok, tot deze draaiing door een verstelbaar
stopblok wordt gestopt en de kogel wegvliegt. De draaihoek in de
eindstand wordt de stophoek α genoemd, met 0 < α <
radialen. In
figuur 2 is de eindstand getekend.
figuur 1 beginstand |
figuur 2 eindstand |
|
Druk de coördinaten van P uit in de stophoek α op het moment dat de eindstand wordt bereikt.