De hoogte van de onderkant van de bal tussen twee opeenvolgende
keren stuiteren is een functie van de tijd. De grafiek van deze functie is
een bergparabool.
De tijd in seconden tussen de n-de en de ( n + 1)-ste keer stuiteren
noemen we de stuittijd Tn . In figuur 2 zijn drie stuittijden aangegeven.
figuur 2
De stuittijd Tn kan worden uitgedrukt in de stuithoogte hn.
Er geldt:
Tn = 2 ⋅
Een bal wordt losgelaten vanaf hoogte h0. De stuittijd T1 is 1,11 seconden
en de stuittijd T4 is 0,68 seconden.
Bereken h0. Geef je antwoord in decimeters nauwkeurig.