Background image

terug

Vraag 8

Een bal wordt vanaf een bepaalde hoogte boven een vloer losgelaten en begint vervolgens te stuiteren. In deze opgave bekijken we een wiskundig model van deze situatie.

Op het moment van loslaten bevindt de onderkant van de bal zich h0 meter boven de vloer. De maximale hoogte van de onderkant van de bal tussen twee keer stuiteren noemen we de stuithoogte. De stuithoogte na de eerste keer stuiteren noemen we h1 , die na de tweede keer stuiteren h2 , enzovoort.
Aan de linkerkant van figuur 1 is de bal getekend op verschillende stuithoogtes. Rechts daarvan is de hoogte h van de stuiterende bal (in meters) uitgezet tegen de tijd t (in seconden).

figuur 1



In deze opgave gaan we ervan uit dat de verhouding tussen twee opeenvolgende stuithoogtes constant is, dus h1:h0 is gelijk aan h2:h1, enzovoorts. Deze verhouding noemen we a. Voor de stuithoogte na n keer stuiteren geldt dan:

hn = h0an

De waarde van a hangt af van het soort bal.

Bereken de waarde van a voor een bal waarvan na 7 keer stuiteren de stuithoogte 5 keer zo klein is als de hoogte waarop de bal is losgelaten. Geef het antwoord in twee decimalen nauwkeurig.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Formules