De functies ƒ en g zijn gegeven door ƒ (x) = 4 ⋅ln x en g(x) = (ln x)4 met x > 0.
De grafieken van ƒ en g snijden elkaar in de punten S en T.
Een lijn x = p snijdt tussen S en T de grafiek van ƒ in A en de grafiek van g in B.
Zie figuur.
figuur
Er is een waarde van p waarvoor de lengte van lijnstuk AB maximaal is.
Bereken exact de maximale lengte van AB. Schrijf je antwoord zo eenvoudig
mogelijk.