Gegeven is een cirkel c met middelpunt M en straal 3 cm. Op c ligt een vast
punt A. Deze cirkel met punt A staat in de bijlage.
We bekijken rechthoeken met hoekpunten A, B, C en D waarvan A en D op c
liggen en waarvan zijde BC cirkel c raakt. Het raakpunt van de rechthoek met de
cirkel is het midden E van BC. In het figuur is zo’n rechthoek getekend.
figuur
Er zijn vier van dergelijke rechthoeken waarvan de zijden BC en AD 4 cm lang
zijn.
Teken in de figuur in de bijlage alle mogelijke punten E waarbij aan
bovenstaande eisen is voldaan. Licht je werkwijze toe.