De lijnen AE, BF, CG en DH snijden elkaar in het punt T.
T, A, B, C en D zijn de hoekpunten van een vierzijdige piramide.
In de figuur op de bijlage zijn zowel zo'n piramide T.ABCD als de cirkel door
A, B, C en D afgebeeld.De kegel K heeft T als top en deze cirkel als grondcirkel.
Q is een punt van lijnstuk CD en R is een punt van lijnstuk PF.
De lijn QR snijdt de kegel K in een punt dat boven vlak ABCD ligt.
Teken dat punt in de figuur op de bijlage “Uitwerkbijlage”.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Gelijkbenig trapezium