Background image

terug

Vraag 13

Neem nu aan dat ABCD.EFGH de
binnenkant is van een doos waar een
massieve cilinder precies in past
(zie figuur 2). Een dunne draad komt
bij A de doos binnen. loopt in de doos
achter de cilinder om. en komt er bij E
weer uit. Die draad wordt zo strak
mogelijk aangetrokken. De dikte van
de draad mag worden verwaarloosd;
we nemen verder aan dat de draad vrij
langs de cilinder kan glijden. ook op
plaatsen waar de cilinder de binnenwand
van de doos raakt.

Teken in figuur 2 van de bijlage het bovenaanzicht van het gedeelte van de draad dat binnen de doos zit. en bereken in één decimaal nauwkeurig de lengte van dit deel van de draad. Licht je werkwijze toe.