De frequenties voor de klassen '9 tot en met 12' en '13 tot en met 16' bij de computersimulatie verschillen weinig. Op grond daarvan kan men vermoeden dat de kansen P(9 ≦ T ≦ 12) en P(13 ≦ T ≦ 16) ongeveer even groot zijn.
Beredeneer dat de kansen P(T = 9), P(T = 10), P(T = 11), ... P(T = 16) gelijk zijn.