Background image

terug

Vraag 19

De frequenties voor de klassen '9 tot en met 12' en '13 tot en met 16' bij de computersimulatie verschillen weinig. Op grond daarvan kan men vermoeden dat de kansen P(9 ≦ T ≦ 12) en P(13 ≦ T ≦ 16) ongeveer even groot zijn.

Beredeneer dat de kansen P(T = 9), P(T = 10), P(T = 11), ... P(T = 16) gelijk zijn.