Background image

terug

Vraag 7

Op een VWO-school wordt in 1986, vlak voor de zomervakantie, onderstaande matrix gemaakt.
Hieruit is af te lezen hoeveel leerlingen van elk leerjaar bevorderd worden, hoeveel doubleren,
hoeveel van school gaan (naar elders) en hoeveel nieuwe leerlingen op school komen (van elders).
Ook leerlingen van leerjaar 6 tellen mee tot het eind van het schooljaar. Van leerlingen die van elders (el) komen,
kan men niet aflezen of ze al dan niet bevorderd zijn. De leerlingen die naar elders gaan,
zijn onderverdeeld in leerlingen die wel bevord erd of geslaagd zijn (el+) en leerlingen die niet bevorderd of geslaagd zijn (el-).

Voorbeeld: van leerjaar 3 worden 160 leerlingen bevorderd, waarvan er 4 de school verlaten;
27 leerlingen worden niet bevorderd, hiervan verlaten er 19 de school.
Men wil onderzoeken of het aantal leerlingen na de zomervakantie van 1987 zal zijn toegenomen.
Neem aan dat de schoolbevolking voor de zomervakantie van 1987 dezelfde is als die vlak na de zomervakantie van 1986.
Neem ook aan dat het aantal leerlingen dat van elders in leerjaar 1 komt met 10% afneemt en dat het aantal leerlingen dat van elders in leerjaar 5 komt met 15% toeneemt.
Neem verder aan dat het aantal leerlingen dat van elders een ander leerjaar binnenkomt gelijk zal blijven,
evenals het aantal leerlingen uit leerjaar I t/m 5 dat naar elders gaat.
Per leerjaar zal het percentage dat bevorderd wordt respectievelijk slaagt ook constant blijven.
Men verwacht dat van de niet-geslaagde eindexamenkandidaten er lO op school blijven.
c. Onderzoek of het aantal leerlingen na de zomervakantie van 1987 toegenomen zal zijn.
Een conrector wil nagaan of de resultaten van het tweede tijdvak van het Centraal Schriftelijk Eindexamen beter zijn dan die van het eerste tijdvak.