Background image

terug

Vraag 14

Een winkelier handelt in blikken verf, die ingekocht worden voor ƒ4,= per blik. Per week wordt een bepaald aantal blikken verkocht.
Het totale verkoopbedrag van die blikken, verminderd met het totale inkoopbedrag ervan, noemt men de brutowinst van die week.
Bij een verkoopprijs van ƒ10,= per blik worden wekelijks 50 blikken verf verkocht.
De winkelier neemt aan dat een grotere brutowinst per week te behalen is door de verkoopprijs te veranderen.
Het blijkt dat bij elke 10 cent prijsverlaging het aantal wekelijks verkochte blikken met één toeneemt.
Bereken de verkoopprijs in het geval dat de brutowinst per week maximaal is.