Background image

terug

Vraag 5

Een groot warenhuis heeft vier filialen A,B, C en D in het land en beschikt over twee voorraadmagazijnen I en II.
Een bodedienst verzorgt het vervoer tussen de magazijnen en de filialen.
In de magazijnen I en II zijn achtereenvolgens 50 en 70 videorecorders voorradig.
De bedrijfsleiding besluit om naar elk van de filialen 30 videorecorders te zenden.
De vervoerskosten in guldens per videorecorder zijn af te lezen in de onderstaande kosten matrix.

De bedrijfsleiding wil een zo goedkoop kogelijk vervoersschema.
In de onderstaande vervoersmatrix stellen de letters x, y en z aantallen videorecorders voor.
Op de plaats van de stippen komen uitdrukkingen in x, y en z.
Stel de complete matrix in x, y en z op.