In de economie wordt vaak gebruik gemaakt van wiskundige modellen. Daarin komen
formules voor die een theoretisch verband beschrijven tussen economische grootheden.
Een producent verkoopt q eenheden van een product. De totale opbrengst is TO. In de volgende figuur
staat voor vier verschillende economische modellen een schets van de grafiek van TO.
Als we willen weten hoe de totale opbrengst verandert bij een kleine toename van q, dan
kijken we naar de marginale opbrengst MO. In de volgende figuur zie je bij elk van de modellen uit
bovenstaande figuur de grafiek van de marginale opbrengst, maar ze staan niet in de juiste volgorde.
Geef voor elk van de grafieken 1, 2, 3 en 4 uit deze tweede figuur aan bij welk model uit de eerste figuur deze
hoort. Licht je antwoord toe.