In 1977 troffen onderzoekers in Vaes een kleine groep ransuilen aan. Vanaf dat moment
heeft men ze nauwgezet bestudeerd. Daaruit bleek onder andere dat de ransuilen vroeg in
het voorjaar broeden en dat de jongen half juni al kunnen vliegen. Uit tellingen, die steeds
eind juni plaatsvonden, bleek dat de populatie in omvang toenam. In de volgende tabel staan enige
resultaten.
jaar | 1977 | 1989 |
aantal | 20 | 178 |