Degene die met het zagen belast is, noemen we hierna de zager.
In de figuur bij de vorige vraag ligt de grenslijn die op het zagen betrekking heeft, geheel buiten het toegestane
gebied. Dus in de gegeven omstandigheden kunnen er nooit zo veel poppenhuizen en
treinen gemaakt worden dat er voor de zager 40 uren werk per week is.
De zager kan ook heel aardig verven. Hij doet dat net zo vlot als degene die dat normaal
doet. Men besluit dat de zager een aantal uren per week beschikbaar moet zijn om te
verven. Dit aantal uren noemen we d. Gedurende die tijd is hij niet beschikbaar voor het
zagen.
Als gevolg hiervan veranderen de beperkende voorwaarden I en III in:
I | 8x + 5y ≤ 800 - 20d en |
III | 4x + y ≤ 240 + 6d. |