Vliegtuigen veroorzaken in de buurt van vliegvelden veel geluidsoverlast. In milieuwetten
is vastgelegd welke geluidsbelasting (hoeveel geluid) nog toegestaan is. Door deze wetten
worden de groeimogelijkheden van het vliegverkeer beperkt.
De geluidsbelasting B op een plaats in de buurt van een vliegveld hangt af van het aantal
vliegtuigen dat per jaar passeert en van het geluidsniveau van elk vliegtuig. In deze opgave
nemen we aan dat er geen onderlinge verschillen tussen vliegtuigen zijn wat het
geluidsniveau betreft. Het geluidsniveau per vliegtuig geven we aan met L. Door nieuwe
technieken is het mogelijk dit geluidsniveau per vliegtuig steeds verder omlaag te brengen.
Het aantal vliegtuigen per jaar noemen we N. Voor enkele waarden van L is het verband
tussen N en B weergegeven in de volgende figuur.
Zoals gezegd is in milieuwetten vastgelegd hoe groot de geluidsbelasting in de buurt van
vliegvelden maximaal mag zijn: Bmax = 45.
De waarde van L is bepalend voor het maximaal toegestane aantal vliegtuigen, Nmax. In
bovenstaande figuur lees je af dat voor L = 70 bij benadering geldt: Nmax = 270 000.
Door het gebruik van nieuwe technieken neemt het geluidsniveau L van vliegtuigen af,
zodat Nmax toeneemt.
Toon aan dat uit bovenstaande figuur blijkt dat een verlaging van het geluidsniveau van vliegtuigen
met 5 niet steeds leidt tot eenzelfde toename van Nmax.