De zeebeving van Sendai in 2011 en de aardbeving van 2004 die een
enorme tsunami in de Indische Oceaan veroorzaakte, zijn allebei
bevingen met een kracht van 9,0 of meer op de schaal van Richter.
De Amerikaan Charles Richter gebruikte seismogrammen om de
magnitude (kracht) van een beving te kunnen bepalen. In de figuur zie je
een voorbeeld van een seismogram. In dit seismogram zie je de gemeten
trillingen van de aarde als uitwijkingen in mm. De grootste uitwijking in het
seismogram heet de maximale amplitude.
figuur
Om de magnitude van een beving te bepalen, gebruikt men de formule
van Richter. Hieronder staat een vereenvoudigde versie daarvan:
In deze formule is M de magnitude en A de maximale amplitude in mm.
Uit de formule blijkt, dat als de maximale amplitude A tien keer zo groot
wordt, de magnitude met 1 eenheid toeneemt.
Toon met behulp van de rekenregels voor logaritmen aan dat altijd 1 groter is dan .