Background image

terug

Vraag 18

De warme jaren 1988-2007 waren voor het KNMI aanleiding om te veronderstellen dat de temperatuur in Nederland opvallend aan het stijgen was. Zo kwam in de 20 jaren, van 1988 tot en met 2007, de jaartemperatuur wel 8 keer boven de 10,5°C. De onderzoekers wilden daarom hun model met μ = 9,2 en σ = 0,6 zodanig bijstellen, dat de kans op een jaartemperatuur boven de 10,5°C (ongeveer) gelijk zou zijn aan 8 20 .
Het KNMI bekeek twee verschillende manieren om het model bij te stellen.

  • Model A: het gemiddelde wordt met x °C verhoogd en de standaardafwijking blijft 0,6 °C.
  • Model B: het gemiddelde wordt verhoogd met 0,5x °C, dus met de helft van de verhoging die voor model A nodig is. De standaardafwijking moet dan echter wel verhoogd worden.
Onderzoekers berekenden dat voor model A het gemiddelde met ongeveer 1,15°C verhoogd moest worden.

Bereken het gemiddelde en de standaardafwijking voor model B.

terug

Bijlage(n)