Background image

terug

Vraag 7

Na afloop van de test wordt een score toegekend. Hiervoor wordt berekend:

  • het percentage bestaande woorden dat de deelnemer (terecht) als bestaand aanmerkt; dit percentage, afgerond op gehelen, noemt men A;
  • het percentage nepwoorden dat de deelnemer (ten onrechte) als bestaand aanmerkt; dit percentage, afgerond op gehelen, noemt men B.
Vervolgens geldt: score = A – B.

Bij haar test van totaal 100 woorden heeft Marieke van de bestaande woorden in de test er 56 herkend. Van de 37 nepwoorden heeft ze er 5 ten onrechte als bestaand bestempeld.

Laat met een berekening zien dat Marieke een score van 75 had voor de test.