Background image

terug

Vraag 17

De Zwartkruisformule
In de tijd voor de kantonrechtersformule gebruikte men voor ontslagvergoedingen vaak de zogenoemde Zwartkruisformule, genoemd naar de bedenker hiervan, mr. P. Zwartkruis. Deze formule ziet er als volgt uit:

Z = L D F H

Hierbij geldt:

  • Z is de ontslagvergoeding: dat is het aantal te betalen maandsalarissen. Z hoeft niet een geheel getal te zijn;
  • L is de Leeftijdsfactor, waarbij geldt: L = 2 leeftijd - 25 25 . Met leeftijd wordt bedoeld de leeftijd op het moment van ontslag (in gehele jaren).
  • D is de Diensttijd in jaren; hierbij gelden geen weegfactoren zoals bij de kantonrechtersformule;
  • F is het Functieniveau op een schaal van 1 tot en met 5. Hierbij staat 1 voor ongeschoolde arbeid en 5 voor een topfunctie;
  • H is de Herplaatsbaarheidsfactor op een schaal van 1 tot en met 5, afhankelijk van de leeftijd. Onder de 40 jaar geldt H = 5, voor 40-44 jaar geldt H = 4, voor 45-49 jaar geldt H = 3, voor 50-54 jaar geldt H = 2 en voor 55 jaar en ouder geldt H = 1;
  • Z is maximaal 60.
Om een indruk te krijgen hoe de Zwartkruisformule werkt, bekijken we voor een topbestuurder (F = 5) hoe Z toeneemt als hij op leeftijd x ontslagen wordt. Hij is op zijn 40e in dienst gekomen. Zie de tabel.

tabel

x 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
Z 0,0 1,6 3,4 5,4 7,6 13,3 16,8 20,5 24,5 28,8 50,0


Voor de waarden van x van 40 tot en met 44 kun je een formule opstellen voor de ontslagvergoeding Z, uitgedrukt in x.
Dat kan door in de formule Z = L D 5 4 de variabelen L en D uit te drukken in de leeftijd x, en de formule daarna te herleiden tot de vorm Z = ax² + bx + c

Bereken de waarden van a, b en c.