We vergelijken de antwoorden van twee personen op een vierkeuzevraag.
Tim snapt niets van de vraag en besluit bij ieder antwoord 0,25 in te vullen.
Tom weet zeker dat de antwoorden B en D onjuist zijn.
Zijn antwoord op deze vraag zal van de vorm zijn:
antwoord | subjectieve kans |
A | a |
B | 0 |
C | 1 - a |
D | 0 |