Background image

terug

Vraag 16

Elke klasse heeft een bepaalde gebruiksfrequentie. Dit is een maat voor hoe vaak de werkwoorden in deze klasse gebruikt worden. Klasse 2 heeft bijvoorbeeld een gebruiksfrequentie van 102 ofwel 0,01: dat betekent dat ongeveer 1 op de 100 gebruikte werkwoorden een werkwoord uit deze klasse is. In de tabel zie je voor enkele klassen de gebruiksfrequentie en de halveringstijd.

tabel

klasse gebruiksfrequentie F halveringstijd T jaren
3 1,6 ⋅ 10-3 5400
4 2,2 ⋅ 10-4 2000


Volgens de onderzoekers geldt voor de halveringstijd de volgende formule:
T = c ⋅ √F

Hierin is T de halveringstijd in jaren, F de gebruiksfrequentie en c een constante.

Bereken de waarde van c in deze formule. Rond je antwoord af op duizendtallen.