Background image

terug

Vraag 9

Verder bepaalt men van elke steekproef het gemiddelde gewicht ¯x en de spreidingsbreedte R (dat is het verschil tussen de grootste en de kleinste meting).
Men noteert al deze gegevens op een controlekaart, de ¯x /R-kaart. Op de ¯x /R-kaart hieronder (zie de bijlage "IR-kaart") staan de meetresultaten van 10 steekproeven.
Iedere steekproef bestaat uit 5 zakken. Op de controlekaart worden de afwijkingen van 500 gram bij ieder van deze 5 zakken genoteerd als x1, x2, x3, x4 en x5.
Zo heeft de derde zak van de tweede steekproef een gewicht van 509 gram. Dit is genoteerd als 9. Het gemiddelde van de eerste steekproef is 509,6 gram. Dit wordt dan genoteerd als 9,6.
De spreidingsbreedte van de eerste steekproef is 515 - 504 = 11 gram.



Bij steekproef nummer 6 zijn enkele gegevens onleesbaar geworden.

Welke getallen kunnen hier bijvoorbeeld gestaan hebben? Licht je antwoord toe.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: IR-kaart