Een imker verkoopt in glazen potten twee soorten honing: koolzaadhoning en
boekweithoning. De imker heeft drie keer zoveel koolzaadhoning als
boekweithoning. Daarom wordt 75% van de glazen potten gevuld met
koolzaadhoning en 25% met boekweithoning.
De klanten van de imker brengen de glazen potten terug, waarna de imker de
potten schoonmaakt. De imker kan de ingeleverde potten daarna opnieuw met
honing vullen. Dat gebeurt willekeurig. Het kan dus gebeuren dat een pot de ene
keer gevuld is met koolzaadhoning en de andere keer met boekweithoning.
Bereken de kans dat een pot na 10 keer vullen minstens 5 keer is gevuld met
koolzaadhoning.